Iedere werknemer in Nederland heeft recht op vakantie. Maar wist je dat er twee soorten verlofdagen zijn? In deze blog leggen we op een eenvoudige manier uit wat het verschil is tussen wettelijk en bovenwettelijk verlof.
Wettelijk verlof: het minimale aantal vakantiedagen
Volgens de wet heeft elke werknemer recht op vier keer het aantal dagen dat hij of zij per week werkt. Werk je bijvoorbeeld 5 dagen per week? Dan heb je recht op 20 wettelijke vakantiedagen per jaar (4 × 5 dagen).
Belangrijk om te weten over wettelijk verlof:
- Deze dagen moet je binnen 6 maanden na het einde van het jaar opnemen. Dus de dagen van 2024 neem je vóór 1 juli 2025 op.
- Doe je dat niet, dan vervallen ze – tenzij je daar een goede reden voor hebt (bijvoorbeeld ziekte).
Bovenwettelijk verlof: extra vakantiedagen
Veel werkgevers geven meer vakantiedagen dan de wet verplicht. Dat noemen we bovenwettelijk verlof.
Bijvoorbeeld:
Je werkt 5 dagen per week en je krijgt 25 vakantiedagen per jaar.
Dan zijn er 20 dagen wettelijk, en de 5 extra dagen zijn bovenwettelijk.
Werkgevers regelen dit vaak in de arbeidsovereenkomst of in een cao (collectieve arbeidsovereenkomst).
Wat is het verschil in gebruik?
- Wettelijke dagen moet je eerst opnemen.
- Bovenwettelijke dagen mag je meestal langer bewaren (soms wel 5 jaar).
- Bij For the People is de vervaltermijn van bovenwettelijk verlof 5 jaar, dit betekent bijvoorbeeld dat het bovenwettelijk verlof van 2020 per 1 januari 2026 vervalt.
